Bekijk slideshow
2 Uddel Uddel 1 De bronsttijd of het paarseizoen (oestrus) is een periode waarin dieren een drang hebben om te paren. Dit wordt veroorzaakt door hormonale veranderingen in het lichaam van het dier. De bronsttijd van een diersoort begint met het vruchtbaar worden van het wijfje. Het mannetje reageert hierop. Bij zowel mannelijke als vrouwelijke dieren zijn tijdens de bronsttijd vaak veranderingen in gedrag, geur en uiterlijk waar te nemen. 4 De bronsttijd of het paarseizoen is een periode waarin dieren een drang hebben om te paren. Dit wordt veroorzaakt door hormonale veranderingen in het lichaam van het dier. De bronsttijd van een diersoort begint met het vruchtbaar worden van het wijfje. Het mannetje reageert hierop. In de zomer zijn de dieren roodbruin van kleur, in de winter grijsbruin. De buikzijde is wit en het staartstuk is roomkleurig. De rui begint eerst bij de kop, de poten en het voorlijf. In september begint de zomervacht plaats te maken voor de wintervacht, in december is deze volledig vervangen. De zomervacht komt weer terug in mei en is in juli of augustus compleet. In de zomer zijn de dieren roodbruin van kleur, in de winter grijsbruin. De buikzijde is wit en het staartstuk is roomkleurig. De rui begint eerst bij de kop, de poten en het voorlijf. In september begint de zomervacht plaats te maken voor de wintervacht, in december is deze volledig vervangen. De zomervacht komt weer terug in mei en is in juli of augustus compleet. 3 In de zomer zijn de dieren roodbruin van kleur, in de winter grijsbruin. De buikzijde is wit en het staartstuk is roomkleurig. De rui begint eerst bij de kop, de poten en het voorlijf. In september begint de zomervacht plaats te maken voor de wintervacht, in december is deze volledig vervangen. De zomervacht komt weer terug in mei en is in juli of augustus compleet. 5 In de zomer zijn de dieren roodbruin van kleur, in de winter grijsbruin. De buikzijde is wit en het staartstuk is roomkleurig. De rui begint eerst bij de kop, de poten en het voorlijf. In september begint de zomervacht plaats te maken voor de wintervacht, in december is deze volledig vervangen. De zomervacht komt weer terug in mei en is in juli of augustus compleet. 1 Enkel het mannetje draagt een gewei dat gemiddeld zo'n 70 centimeter lang is, maar kan uitgroeien tot meer dan 90 centimeter. Het gewicht kan variëren van vier tot tien kilogram. Aan het gewei kan men enigszins de leeftijd aflezen. 1 In de zomer zijn de dieren roodbruin van kleur, in de winter grijsbruin. De buikzijde is wit en het staartstuk is roomkleurig. De rui begint eerst bij de kop, de poten en het voorlijf. In september begint de zomervacht plaats te maken voor de wintervacht, in december is deze volledig vervangen. De zomervacht komt weer terug in mei en is in juli of augustus compleet. 1 De gemiddelde lichaamsgrootte van een edelhertenpopulatie wordt beïnvloed door meerdere factoren. Edelherten uit bosgebieden zijn kleiner dan die uit meer open gebieden, en de lichaamsgrootte neemt toe van het westen naar het oosten. Ook zijn mannetjes groter dan vrouwtjes. De kop-romplengte ligt tussen de 165 en de 260 centimeter, de schouderhoogte tussen de 114 en de 140 centimeter. De staart is, zonder het haar meegerekend, tussen de twaalf en de vijftien centimeter lang, met haar ongeveer twintig centimeter. Mannetjes worden tot 255 kilogram zwaar, vrouwtjes tot 150 kilogram.
 
Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...
 
Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...

Alle categorieën

Toon alle categorieën