Afgelopen woensdag was het zover: de langste dag van het jaar! Dat wil zeggen, de dag waarop de zon het langst boven de horizon te vinden was. Maar hoe zit het eigenlijk precies met die langste dag? Wist je bijvoorbeeld dat het in de zomermaanden in Nederland niet meer volledig donker wordt ’s nachts? En dat de langste dag op de Wadden een half uur langer duurt dan in Zuid-Limburg? Dat en meer antwoorden lees je in deze blog!
Seizoenen
De aarde maakt een elliptische omloop rond de zon, een reis die een heel jaar in beslag neemt. Tijdens deze kosmische tocht draait de aarde ook nog eens om haar eigen as. Deze as staat overigens een beetje schuin. Het draaien van de aarde zelf ervaren wij als de afwisseling van dag en nacht. Aangezien de positie van de aarde ten opzichte van de zon gedurende het jaar voortdurend verandert, wordt onze planeet gedurende deze periode ongelijkmatig verwarmd. In de zomer, op het noordelijk halfrond, ontvangt dit gedeelte van de aarde veel meer zonnewarmte dan het zuidelijk halfrond. In de winter is het juist andersom. Het is deze variatie in zonlicht die ons de seizoenen schenkt. Indien de aarde om een verticale as om de zon zou draaien, zouden deze schommelingen niet bestaan.
Figuur 1: De seizoenen worden bepaald door de stand van de zon. In de zomer is het de hele dag licht op de Noordpool, in de winter juist de hele dag licht op de Zuidpool.
Zonnewende: begin van de astronomische zomer
De aanvang van de astronomische zomer valt altijd samen met de langste dag. Op dit moment bereikt de zon (vanuit het perspectief van de aarde) haar hoogste positie aan de hemel. De zon staat dan loodrecht boven de breedtegraad die bekend staat als de noordelijke keerkring of Kreeftskeerkring, gelegen op 23°26' noorderbreedte. Het tijdstip waarop de zon precies boven deze keerkring staat, wordt de zonnewende of zomersolstitium genoemd. Zodra dit is gebeurd, zal de zon daarna weer naar het zuiden bewegen, weg van de Kreeftskeerkring. Dit jaar gebeurde dat afgelopen woensdag om 16.57u precies.
Figuur 2: De zonnewende die op 21 juni om 16.57u precies plaatsvond. De zon stond loodrecht op de Noordelijke Keerkring. Vanaf dit moment zal de zon weer naar het zuiden bewegen.
Over het algemeen valt de langste dag op 21 juni. Slechts zelden begint de zomer een dag eerder, op 20 juni, wat te maken heeft met het feit dat een jaar niet exact 365 dagen duurt. Dit wordt elke vier jaar gecorrigeerd door middel van een schrikkeldag.
En de meteorologische zomer dan?
Die is op 1 juni al van start gegaan! Dat heeft met niets anders te maken met dat het voor de statistieken handig is voor meteorologen om seizoenen bij te houden per kalendermaanden. Anders zouden de seizoenen de hele tijd van datum wisselen. Al in 1780 werd dit besloten door een internationale organisatie die zich bezig hield met de meteorologie, dat een nieuw seizoen altijd begint op de 1e van de maand. Voor ons meteorologen is het dus al een tijdje zomer! En voor ons eindigt hij op 31 augustus, terwijl de astronomische zomer pas op 23 september eindigt (als de zon loodrecht op de evenaar staat).
Hoogste stand van de zon
Terug naar de langste dag: de zon staat dan met 61,4 graden boven de horizon ook op haar hoogst. Ter vergelijking; met de start van de astronomische winter komt de zon niet hoger te staan dan 14,5 graden boven de horizon.
Figuur 3: Op de langste dag staat de zon 's middags op z'n hoogst. Op de kortste dag, op 21 december, komt de zon juist niet hoger dan 14,5˚
Langste dag
Een dag bestaat uit 24 uur en op de langste dag is dat niet anders. Waarom dan de langste dag? Omdat het op deze dag gewoonweg het langst licht is. De daglichtperiode bedroeg afgelopen woensdag maar liefst 16 uur en 45 minuten! De periode dat de zon onder de horizon is verdwenen, is vanzelfsprekend dan ook het kortst; 7 uur en 15 minuten. Afgelopen woensdagnacht was het dan ook de kortste nacht. Dit is een groot verschil ten opzichte van de kortste dag op 21 december! De zon schijnt dan slechts 7 uur en 44 minuten, terwijl de donkere periode 16 uur en 16 minuten duurt.
Figuur 4: Op de langste dag duurt de daglicht periode bijna 17 uur, op de kortste dag is dat nog geen 8 uur. Een verschil van bijna 9 uur.
Noorden half uur langer licht
Wist je trouwens dat er een verschil is van 30 minuten in de daglengte tussen Noord- en Zuid-Nederland, waarbij het principe geldt: hoe noordelijker je gaat, des te langer de dag duurt. Op de Wadden kunnen ze dus 30 minuten langer genieten van de zon in vergelijking met Zuid-Limburg! In de winter is dit precies andersom, dan is het in Maastricht juist 30 minuten langer licht in vergelijking met Terschelling. Eerder schreven we daar deze blog over.
Figuur 5: Het verschil in zonsopkomst en zonsondergang tussen Maastricht en Terschelling rond de langste dag. In Maastricht komt de zon een kwartier later op, en gaat ook een kwartier eerder onder dan in Terschelling. Dat kost het zuiden dus in totaal 30 minuten aan daglicht!
Na vandaag zal de dagelijkse hoeveelheid daglicht geleidelijk afnemen, maar voorlopig zullen we daar nog niet veel van merken. Gedurende de komende week zal de afname minder dan een minuut zijn. Echter, in juli en augustus zullen de dagen al merkbaar korter worden.
Figuur 6: De daglengte door het jaar heen. De nachten worden vanaf nu elke dag weer iets langer.
Figuur 7: In het begin gaat dat proces nog vrij langzaam. In juni verandert het hoogstens een minuut per dag, en ook begin juli is dat ook. Vanaf halverwege juli gaat het echter opeens snel. Aan het eind van de maand, zijn we al meer dan een uur aan daglicht verloren.
Zonkracht op z’n hoogst
Een bijkomend “gevaar” van de laatste dag, is de hoge zonkracht rond deze dag. De zon staat namelijk op zijn hoogste punt, wat betekent dat deze ook op z’n krachtigste is.
Figuur 8: In de winter staat de zon laag, waardoor de zonkracht niet zo hoog is (het zonlicht verspreidt zich over een groter oppervlak).
Figuur 9: In de zomer staat de zon vele malen hoger, waardoor de bundel van zonlicht als het ware extra sterk op de aarde valt! Hierdoor is de zonkracht erg hoog.
Hierdoor halen we rond deze tijd altijd de hoogste UV-waardes, van 7 of lokaal soms zelfs 8! Dat is ook zeker vandaag en morgen het geval. Smeer je dus goed in! Dat is in de zomer altijd een goed idee, maar nu rond de langste dag is het nog eens extra belangrijk. En laat je niet foppen doordat de temperatuur omlaag gaat komende week: de zonkracht heeft NIETS te maken met de temperatuur. Alleen bewolking en dingen zoals Sarahastof in de atmosfeer hebben hier invloed op. Zodra de zon dus schijnt de komende dagen: smeer je in! Hoger dan dit kunnen we in Nederland trouwens niet halen. Rond de evenaar is dat anders, daar kan het oplopen tot een waarde van 15.
Figuur 10: Op de overgang tussen de maanden juni en juli is de zonkracht altijd het hoogst!
Figuur 11: Een zonkracht van 7 of 8 is sterk en je verbrand snel (binnen 10-15 minuten). Goed insmeren dus!
Vooral tussen 12.00u en 15.00u is het verstandig je flink in te smeren of uit de zon te blijven, dan is de zonkracht namelijk het hoogst. Dit, en meer info en handige tips hebben we in deze blog al eens opgeschreven. Verder kun je hier op onze website altijd de meest actuele info vinden over de zonkracht.
Figuur 12: De zonkracht vandaag. Hij is tot boven de 7 gekomen in Bilthoven! De dipjes die je in de grafiek ziet, zijn wolken die voor de zon schuiven. Op dat moment zakt de zonkracht door de schaduw van de wolk natuurlijk aanzienlijk.
Niet meer volledig donker in de zomer
Wist je trouwens dat het ook in Nederland niet meer volledig donker wordt in de zomer? Dat heeft alles te maken met het feit dat de zon niet meer zover achter de horizon zakt als tijdens de overige maanden. In het uiterste noorden blijft het immers de hele dag licht op dit moment, maar ook in Nederland merken we hier dus iets van.
Zo onderscheiden we normaal gesproken drie soorten “schemering”. De civiele schemering, de nautische schemering en de astronomische schemering. Pas hierna volgt de volledige duisternis, en juist die volledige duisternis halen we in de zomer niet meer.
Figuur 13: De schematische weergave van waar de zon zich bevindt tijdens de verschillende soorten schemering. Als de zon net boven de horizon is (dus vlak voor zonsondergang of vlak na zonsopkomst) noemen we dat het gouden uurtje, hierin worden vaak prachtige foto's gemaakt.
Civiele schemering
Als de zon net onder is, spreken we van de civiele schemering. De horizon is hierin nog goed te zien en ook een stuk tekst lezen zou zonder verdere verlichting nog prima moeten gaan. Alleen de helderste sterren en planeten zijn zichtbaar. De wetenschappelijke afbakening van de civiele schemering is het moment dat de zon tussen de 0˚ en 6˚ onder de horizon bevindt.
Figuur 14: Een voorbeeld van de civiele schemering. Er is nog veel licht van de zon te zien en ook een stuk tekst lezen zal nog gaan. Verder zijn er niet tot nauwelijks sterren te zien aan de hemel.
Nautische schemering
Dit is de volgende fase, waarin de horizon steeds slechter te onderscheiden valt. Er is wel nog licht te zien en ook zijn silhouetten van gebouwen, bomen en andere dingen nog duidelijk te zien in de verte. Ook komen er steeds meer sterren tevoorschijn. Hieruit komt ook de naam “nautische schemering” voort. Schepen konden vanaf dit moment navigeren op de sterren. De zon bevindt zich op dit moment tussen de 6˚ en 12˚ onder de horizon.
Figuur 15: Een voorbeeld van de nautische schemering. De horizon is nog altijd goed te zien en ook de silhouetten van bomen zijn nog zichtbaar, verder is het al erg donker geworden. Dit is ook de periode dat lichtende nachtwolken (NLC's) zichtbaar zijn in de zomer.
Astronomische schemering
Deze schemering vindt plaats als de zon tussen de 12˚ en 18˚ onder de horizon staat. Het is al bijna helemaal donker geworden en het verschil tussen volledige duisternis en de astronomische schemering is eigenlijk nauwelijks met het blote oog te zien. Bijna alle sterren zijn te zien, alleen de zwakste sterren en dingen als sterrenstelsels en nevels zijn niet waar te nemen. Aan de horizon is slechts nog een heel klein beetje licht te zien in het noorden.
Volledige duisternis wordt niet gehaald
Tussen 20 mei en 23 juli dit jaar, gaat de zon niet lager dan 18˚ onder de horizon. Dat betekent dat de volledige duisternis (de zon staat lager dan 18˚ onder de horizon) nooit gehaald wordt! Vanuit de astronomische schemering, duiken we zo de nautische schemering in, om vervolgens de burgerlijke schemering en uiteindelijk zonsopkomst weer te krijgen. Wie in een heldere zomernacht op een donkere plek naar de noordelijke horizon blijft kijken, zal altijd nog wat resterend zonlicht kunnen waarnemen.
Tot slot: krijgen we ook nog zomerweer?
Nou, zo heet als de afgelopen tijd lijkt het voorlopig niet meer te gaan worden. Morgen wordt nog een tropische dag in een groot deel van Nederland, maar vanaf maandag duikt de temperatuur naar beneden en wordt het ook nog eens wat wisselvalliger. Al is het met temperaturen rond de 22 graden niet koud te noemen, deze waarde ligt zelfs nog iets boven het langjarig gemiddelde.
Figuur 16: De meerdaagse verwachting. Zondag wordt nog een tropische dag in bijna heel het land, maar daarna wordt het wisselvalliger en is het even gedaan met de zeer hoge temperaturen.
Het actuele weerbericht lees je hier op onze website en onthoud: ook bij gematigde temperaturen is smeren nodig als de zon schijnt!