Afgelopen herfst was uitzonderlijk zacht met een gemiddelde temperatuur van 12,8 graden. In deze blog lees je het herfstoverzicht. Alleen de herfst van 2006 was warmer (13,6 graden). Nederland warmt, net zoals het wereldwijde gemiddelde, op door de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Maar hier in Nederland warmt het extra op doordat het vaker uit warme windrichtingen waait. Die bijdrage is klein in de herfst, maar in de zomer verklaart de wind een kwart van de opwarming.
De windrichting heeft een grote invloed op de temperatuur in Nederland
In de herfst koelt het land snel af, de zee blijft relatief warm. Als de wind dus vanaf zee waait, is het relatief zacht in Nederland. Als de wind uit het oosten waait, is het relatief koud. Dus stel dat het in de herfst vaker is gaan waaien vanuit zee, dan gaat de gemiddelde temperatuur in de herfst omhoog. Dat bekijken we hieronder
Is de windrichting veranderd in de loop van de tijd?
We tellen op hoeveel dagen de wind uit een bepaalde richting kwam in de herfst in de periode (1901-1930). Op 8 procent van de dagen kwam de wind uit het zuidwesten. In de periode (1991-2020) is dat bijna het dubbele, 15 procent. Plaatje 1 laat zien hoe de verdeling over alle windrichtingen in de loop van de tijd is veranderd. Daarin zie je bijvoorbeeld dat het minder vaak is gaan waaien uit het koudere noorden. In kleur zie je ook per windrichting hoe de gemiddelde temperatuur is veranderd. De temperatuur is toegenomen voor alle windrichtingen, maar het sterkst voor de wind uit het warme zuiden en zuidwesten.
Plaatje 1. Verdeling van de windrichting in de herfst en in de zomer in 30-jarige periodes van (1901-1930) tot (1991-2020.) In kleur de gemiddelde temperatuur in De Bilt per windrichting. ©KNMI.
De windverandering heeft voor extra opwarming gezorgd
Nederland warmt op doordat de lucht die door de wind wordt aangevoerd nu warmer is dan vroeger. Nederland warmt extra op doordat het vaker waait uit warme windrichtingen ten koste van koude windrichtingen. Plaatje 2 laat zien dat de herfst in de periode (1991-2020) met 1,7 graden is gestegen ten opzichte van (1901-1930). De bijdrage van de windverandering is klein, ongeveer 0,2 graden.
Plaatje 2. Temperatuurverandering in De Bilt in de zomer ten opzichte van (1901-1930). De bijdrage van de verandering in windrichting in blauw licht-oranje, de bijdrage van de temperatuurverandering per windrichting in oranje. ©KNMI.
De nieuwe klimaatscenario's houden rekening met vaker oostenwind in de zomer
In de zomer is het vaker gaan waaien vanuit de warme oostelijke richtingen en het zuiden (plaatje 3). De meest voorkomende windrichtingen west en noord zijn respectievelijk opgewarmd met 1,8 en 1,3 graden. Daarbij zijn de koudste windrichtingen (noord en noordwest) ook flink afgenomen. Waar eerst ruim 40% van de tijd de wind uit deze richtingen kwam, is dat nu afgenomen naar ruim 20%. Mede hierdoor komt 's zomers van de totale 2 graden opwarming een kwart voor rekening van de verandering in windrichting (plaatje 4).
Plaatje 3. Verdeling van de windrichting in de zomer in 30-jarige periodes van (1901-1930) tot (1991-2020.) In kleur de gemiddelde temperatuur in De Bilt per windrichting. ©KNMI.
Plaatje 4. Temperatuurverandering in De Bilt in de zomer ten opzichte van (1901-1930). De bijdrage van de verandering in windrichting in blauw licht-oranje, de bijdrage van de temperatuurverandering per windrichting in oranje. ©KNMI.
Klimaatmodellen laten zien dat de opwarming van de aarde invloed heeft op de wind in de zomer in Europa en we vaker te maken krijgen met wind uit het oosten. Hoeveel de wind verandert, dat varieert van model tot model. In de nieuwe KNMI-klimaatscenario's houden we daarom rekening met een sterke en minder sterke toename in oostenwinden. Hoe sterker de toename in oostenwinden, hoe warmer en droger onze zomers zullen worden. In deze blog lees je meer over de verschillende nieuwe scenario's.
(bron: aangepast van het KNMI)