Moeder met haar kroost.

Moeder met haar kroost.

Bij wilde zwijnen duurt de paartijd, die ook wel rauschtijd wordt genoemd, van september tot maart. De frislingen worden geboren tussen maart en april, na een draagtijd van 113-114 dagen. Zeugen krijgen vaak 8-12 jongen per worp, wat ook overeen met het aantal tepels dat een zeug heeft. Oudere zeugen krijgen grotere worpen. Het aantal jongen is ook afhankelijk van de voedselsituatie en de conditie van de zeug in de periode van bevruchting. Meestal krijgt een zeug één worp per jaar, maar mocht de eerste worp vroeg verloren gaan, dan kunnen de zwijnen nog in de zomer een tweede worp krijgen. Tegen kou kunnen pasgeboren zwijntjes redelijk goed, maar niet tegen (veel) regen, zeker niet in combinatie met wind en lage temperaturen.

Door: Regina Vastenhout
Gemaakt: 15-03-2020, 665x bekeken
Bekijk slideshow
Een regenboog is een gekleurde soms incomplete halve cirkelboog die aan de hemel waargenomen kan worden als de (laagstaande) zon tegen een nevel van waterdruppeltjes aan schijnt en de zon zich achter de waarnemer bevindt. Het is een optisch effect dat wordt veroorzaakt door de breking en weerspiegeling van licht in de waterdruppels. Een regenboog is een gekleurde soms incomplete halve cirkelboog die aan de hemel waargenomen kan worden als de (laagstaande) zon tegen een nevel van waterdruppeltjes aan schijnt en de zon zich achter de waarnemer bevindt. Het is een optisch effect dat wordt veroorzaakt door de breking en weerspiegeling van licht in de waterdruppels. Een regenboog is een gekleurde soms incomplete halve cirkelboog die aan de hemel waargenomen kan worden als de (laagstaande) zon tegen een nevel van waterdruppeltjes aan schijnt en de zon zich achter de waarnemer bevindt. Het is een optisch effect dat wordt veroorzaakt door de breking en weerspiegeling van licht in de waterdruppels. Knobbelzwanen hebben een territorium, dat heel groot kan zijn. Zeker als ze aan het broeden zijn, wordt het nest agressief verdedigd. In dreighouding buigen ze hun hals naar achteren en bollen hun vleugels om uiteindelijk naar hun indringer te lopen of zwemmen. Ze zijn agressief tegenover alle soorten watervogels. Buiten het broedseizoen vormen ze af en toe groepen met kleine en wilde zwanen Eenden, die ook waterwild genoemd worden, worden over het algemeen in de buurt van meren, rivieren en vijvers gevonden. Afhankelijk van het soort eend zijn de verschillen tussen een mannetje ('woerd') en vrouwtjes (heeft geen aparte benaming) niet duidelijk zichtbaar. Maar als je eenmaal weet waar je naar moet kijken en luisteren, zul je echter beter in staat zijn om een mannetjeseend te onderscheiden van een vrouwtjeseend.
 
Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...