Het lijkt de normaalste zaak van de wereld. Hoe hoger je de bergen in gaat des te kouder het wordt. Maar hoe zit dat nou precies?
Sneeuw in Tenerife
Als je denkt aan een warme zonvakantie in de winter binnen Europa dan dwalen de gedachten al snel af naar de Canarische Eilanden, Tenerife bijvoorbeeld. Afgelopen weekend leek het er echter wel een wintersportoord. In het filmpje binden, een groepje met politiemannen die in eerste instantie per auto op patrouille waren, halverwege de latten onder omdat ze met de auto niet veel verder meer komen.
Pico del Teide
Eigenlijk ligt er elk winterseizoen wel sneeuw op de Teide, het is per slot van rekening de hoogste berg van Spanje met z’n 3718 meter. En op die hoogte is het een flink stuk kouder dan op zeeniveau. Afgelopen weekend was de lucht extra koud waardoor er al vanaf 1700 meter en flink pak sneeuw naar beneden dwarrelde.
Indirecte opwarming
Het is eigenlijk raar, als je de bergen in gaat kom je toch dichterbij de zon toch wordt het kouder. Inderdaad is het zo dat als je ver de ruimte in gaat het ondraaglijk heet wordt. In de onderste laag van de atmosfeer dichtbij de aarde, de troposfeer, gaat het net andersom. De lucht boven de aarde wordt niet direct opgewarmd door de zon. De zon verwarmt het aardoppervlak en de grond geeft de warmte vervolgens weer af aan de lucht. Op een zonnige dag is het aan de grond dan ook warmer dan op grotere hoogten.
Luchtdruk
Waar wij ons ook bevinden, in het dal of op de top van een berg, er drukt altijd een hoeveelheid lucht op ons. Wel wordt de hoeveelheid lucht, hoe hoger je komt, minder. Daardoor is de luchtdruk dus lager en worden er dus ook minder luchtdeeltjes samengedrukt op grotere hoogte dan lager in de troposfeer. De lucht wordt, zoals we dat noemen, ijler naarmate je hoger in de bergen komt.
De temperatuur van de lucht wordt bepaald door de energie die afzonderlijk luchtdeeltjes opleveren doordat ze bewegen. Hoger je komt, hoe minder lucht zich per volume-eenheid bevindt. Dus is er dan ook minder bewegingsenergie waardoor de temperatuur van deze lucht lager is.
Föhneffect
De afname van de temperatuur met de hoogte is afhankelijk van de luchtvochtigheid. Droge lucht koelt het meest af met de hoogte, namelijk 1 graad per 100 meter. Als de stijgende lucht vochtig is en de waterdamp in de lucht condenseert komt er warmte vrij. Dit gebeurt aan de loefzijde van een berg tijdens de zogenaamde 'Stau'. Daardoor koelt vochtige maar gemiddeld 0,6 °C af per 100 meter. Zo kan de lucht aan de ene kant van een berg met een bepaalde temperatuur opstijgen en aan de andere kant, waar het vocht weer verdampt, enkele graden warmer in het dal aankomen. Dit effect aan de lijzijde noemen we 'Föhn'.
Bekijk de video hier: