Vandaag waren ze op meerdere plaatsen weer te zien: pilotengaten! Deze rare wolken zijn maar bij bepaalde omstandigheden te zien. In deze blog leggen we je uit hoe deze wolken gevormd worden.
Wat is een pilotengat?
Een pilotengat, ook wel bekend als een valstreepgat, is een relatief klein stuk in een dun wolkendek dat verschillend is tegenover de rest van de wolken. Er zijn twee typen wolken die geschikt zijn voor pilotengaten: cirrocumulus (hoge bewolking) en altocumulus (middelbare bewolking). Vandaag was er sprake van altocumulus. Het verschil tussen een pilotengat en de omringende bewolking is de fase van de waterdruppels. De normale bewolking is gewoon vloeibare, maar in het pilotengat is het water in de vorm van ijskristallen aanwezig.
Foto: Danielle en Nana
Hoe ontstaat een pilotengat?
De waterdruppels in de wolken van deze bewolkingssoort zijn vloeibaar, maar ze hebben wel een temperatuur die onder het vriespunt ligt. Deze druppels noemen we dan onderkoeld. Dat klinkt natuurlijk raar, want normaal water bevriest namelijk wel als het een temperatuur onder het vriespunt heeft.
Vervolgens is er ook spontane afkoeling nodig. Vliegtuigen kunnen hier voor zorgen. Als vliegtuigen namelijk door het dunne wolkendek vliegen, koelt het achter het toestel hard af. Die afkoeling zorgt voor de vorming van ijskristallen. De ijskristallen zorgen voor de veerachtige structuur die een valstreepgat heeft.
Door de ijskristallen gaan waterdruppels rondom de kristallen verdampen, waardoor er een rond gat ontstaat. Als de ijskristallen groot en zwaar genoeg zijn, kunnen ze een stukje naar beneden vallen. Het lijkt dan alsof er een beetje regen valt. Ze komen alleen bij verre na niet aan de grond. Dit noemen we dan weer virga.
Meer bijzondere fenomenen
Er waren meer fenomenen te zien vandaag. Zo was er ook een kring om de zon, een halo, zichtbaar. Zo'n halo kennen we van de spreuk: "Een kring om de zon betekent regen in de ton". Wil je weten of deze spreuk ook deze keer weer waar is of niet? Je kunt het lezen in ons weerbericht.
Foto: Lennaert de Looze