Actueel

Pas op, glad op de brug!

De herfst is al weer een tijdje aan de gang, de dagen worden steeds korter en het wordt steeds frisser. Je moet nadenken over een aantal zaken voordat je ’s ochtends vroeg de deur uit gaat. Of je nu naar school of naar je werk gaat, op de fiets of met de auto. Denk bijvoorbeeld aan: moet ik handschoenen aan? Muts op? Moeten de autoruiten gekrabd worden? En misschien is deze wel een van de belangrijkste: kan het glad zijn?

Donkere uurtjes
In de herfst worden perioden met daglicht korter en de zon maakt minder uren. Daarnaast staat de zon ook een stuk lager aan de horizon dan in de zomer. Gevolg hiervan is dat het aardoppervlak minder opwarmt. De perioden zonder zonnewarmte (donkere uurtjes) worden dus langer, met als gevolg dat het aardoppervlak meer kan uitstralen. Ofwel warmte verliest. Tijdens vorstperioden neemt dan ook de kans op gladheid toe.

Weer&Verkeer_02_weerfoto22 (3).jpg

Winterse gladheid
Wat verstaan we onder gladheid? Een van de definities van gladheid is: de maat voor de tegenwerkende kracht ten gevolge van wrijving als een oppervlak (onder lichte druk) over een ander oppervlak wordt bewogen. Okay, laten we het simpel houden; wanneer je grip verliest op een oppervlak, omdat het ineens niet meer ruw is kun je spreken van gladheid.
Winterse gladheid ontstaat doordat een laag ijs of sneeuw zich afzet op een ruwe weg. Hiervoor heb je nodig: temperatuur van het wegdek onder het vriespunt en aanvoer van vocht of ijs.

Weer&Verkeer_18_weerfoto23.jpg
Stalen bruggen hebben maar weinig restwarmte.

Bruggen en viaducten
Wanneer het in de herfst voor het eerst weer eens tot vorst komt wordt in eerste instantie alleen gewaarschuwd voor mogelijke gladheid op bruggen en viaducten. Waarom alleen de bruggen en niet rest van het wegennetwerk? Daarvoor moet we afdalen naar wegdekniveau. Tijdens een heldere vorstnacht koelt het wegdek af. Dit gebeurt zowel bij de ‘gewone’ wegen als bij de bruggen en viaducten. Tot zover hetzelfde proces, maar vanaf nu scheiden hier de wegen. In de herfst zit er eerst nog vrij veel restwarmte in de grond. Die restwarmte stroomt naar het wegoppervlak, waardoor de afkoeling wordt geremd. Bruggen en viaducten hebben in tegenstelling tot de reguliere wegen maar een geringe restwarmte. Zonder restwarmte koelen ze sneller af en bevriezen dus als eerst. Stalen constructies, dus ook stalen bruggen hebben nauwelijks restwarmte en daarom kan het daarop als eerste glad worden.

Weer&Verkeer_05_uitleg_03.jpgWeer&Verkeer_02_weerfoto22 (2).jpg

Andersom
Eind van de winter, zeker na een lange vorstperiode draaien de rollen juist om. De kans op gladheid op reguliere wegen is dan groter dan op de bruggen. Zelfs bij nachten waarbij het niet vriest is gladheid mogelijk. De reden hiervan is dat de vorst in de grond zit en de oorzaak is van de afkoeling van het wegdek. De bruggen hebben hier dan weer geen last van.


19-11-2019 om 16:00 door William Huizinga

Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...