Door een krachtig hogedrukgebied boven ons land is het al een paar dagen raak. Tijdens de nachten ontstaat mist en die lost overdag maar lastig, of soms helemaal niet, op. Het zorgt ervoor dat het op veel plaatsen grauw en grijs is in Nederland.
Wat is mist?
Mist is in principe niets anders dan een laag bewolking die zich vanaf de grond naar boven uitstrekt, terwijl normale bewolking natuurlijk de grond niet raakt. Mist vormt zich doordat de lucht al het vocht niet meer vast kan houden. Koudere lucht kan minder waterdamp bevatten. Als het dus vochtig genoeg is en/of het hard genoeg afkoelt, zit de lucht op een gegeven moment "vol". Het kan alle waterdamp niet meer vasthouden en hierdoor vormen kleine waterdruppeltjes die in de lucht hangen: mist. Wanneer de lucht "vol" zit met waterdamp, is de relatieve luchtvochtigheid ook 100%. De lucht is dan dus verzadigd.
De voorwaarden voor het ontstaan van mist
Er is een aantal voorwaarden waaraan het weer moet voldoen om mist gedurende de avond en nacht te laten ontstaan. Allereerst moet het helder zijn. Als er bewolking hangt kan het aardoppervlak niet, of niet hard genoeg, afkoelen. Daarnaast is het ook belangrijk dat het niet te hard waait. Bij te veel wind gaat de lucht mengen en verdeelt het vocht zich over een dikkere laag. Als er juist te weinig wind staat kan mist zich ook niet vormen omdat het vocht dan gelijk neerslaat op de bodem. We spreken dan van dauw.
Mistclassificatie
Mist kan in verschillende classificaties ingedeeld worden op basis van zicht. In onderstaande afbeelding staat dit uitgelegd.
Sneeuw en mist
Een mistgebied kan soms voor sneeuw zorgen. Dat wordt ook wel het uitsneeuwen van de mist genoemd.
Mist is een wolk. Die bestaat uit waterdruppels en die bestaan weer uit watermoleculen. Voorwaarde voor het uitsneeuwen van mist is dat de temperatuur is de mistlaag onder nul is waardoor de waterdruppels onderkoeld zijn en dat er al een paar ijskristallen aanwezig zijn. Het watermolecuul heeft de eigenschap om vanuit de waterdruppel naar het ijskristal te verplaatsen. Hierdoor neemt de hoeveelheid waterdamp in de wolk af maar groeien de ijskristallen aan. Als de ijskristallen groot/zwaar genoeg zijn vallen ze en gaat het sneeuwen. Tegelijkertijd lost de mist op.
Mistlampen
Mistlampen mogen bij slecht zicht gebruikt worden zodat je als automobilist beter zichtbaar bent. Hierdoor wordt het namelijk een stuk veiliger op de weg. Vaak is er verwarring over wanneer de mistlampen aan mogen.
De mistlampen aan de voorkant van de auto mogen bij een te slecht zicht door mist, regen of sneeuw aangezet worden. Er is geen duidelijke grens in zicht van wanneer dit wel of niet mag, maar meestal wordt een zicht van minder dan 200 meter aangehouden. De mistlichten aan de achterkant hebben wel een duidelijke grens voor gebruik. Alleen bij een zicht van minder dan 50 meter tijdens sneeuwval of mist (geen regen, dus!) mogen de mistachterlichten aangezet worden. Het kan moeilijk zijn om te bepalen of het zicht ook minder dan 50 meter is, maar het kan dan handig zijn om herkenningspunten te gebruiken zoals hectometerpaaltjes of lantaarnpalen naast de weg.
