In deze blog kiezen we het ruime sop. De meeste mensen die een weerbericht lezen wonen op het vasteland, maar ook het weer op zee is erg belangrijk. Op zee hebben schepen en boorplatforms namelijk ook weersverwachtingen nodig. Zo waren de eerste weerwaarschuwingen ook bedoeld voor de scheepvaart. Ook de weersverwachting van Buienradar heeft metingen vanaf de zee nodig. In deze blog lees je hoe we temperatuur op zee meten, en hoe er gebruik van wordt gemaakt.
Weerstations op zee: boorplatforms
Het KNMI ontvangt van 14 boor- en productieplatforms op zee weergegevens. Er zijn nog veel meer boor- en productieplatforms (alleen in de Nederlandse Noordzee wel meer dan 160), maar niet alle platforms meten voor het KNMI. Deze platforms meten temperatuur, luchtvochtigheid, wind, luchtdruk en zicht. Deze gegevens worden gebruikt voor de weersverwachting. Vooral het zicht is belangrijk, want dat bepaald of een helikopter veilig kan landen. Zo wordt het personeel van en naar het vasteland gebracht. Soms is er op zee dagenlang slecht zicht en zit het personeel even vast op het platform. Tegenwoordig wordt er soms ook een schip ingezet om personeel op te halen. Wanneer er te veel wind staat, kan het werk op een platform ook gehinderd worden. Ook hoge golven zijn hinderlijk. Wist je dat een groot deel van de platforms niet op de bodem staan, maar eigenlijk drijven en met grote kabels vast liggen.
Alle platformen op de Noordzee die metingen aan het KNMI leveren. Bron: KNMI
Zicht is in de scheepvaart en op boorplatformen altijd heel belangrijk. Je ziet hier ook in de verte een hele dunne laag mist op zee liggen. (Archieffoto)
Varende weerstations: schepen
Er zijn ook schepen die een weerstation aan boord hebben. De metingen van deze schepen wordt zelfs gebruikt om de weersverwachting te verbeteren. Een weermodel heeft namelijk zoveel mogelijk metingen nodig om vanuit een startsituatie te gaan berekenen wat het weer gaat worden. Hieronder zie je een deel van de waarnemingen voor het Europese weermodel van schepen komt.
Schepen hebben ook een weerbericht nodig, daarvoor hebben we een speciale meteoroloog. Niet de weerpresentator van TV maakt een weerbericht voor schepen, maar een maritiem meteoroloog maakt een verwachting voor de scheepvaart. De maritiem meteoroloog heeft meer verstand van plaatselijke weersverschijnselen op zee (want het weer op zee is anders dan het weer op het vasteland). Er zijn ook maritiem meteorologen die weerberichten maken voor specifieke schepen die de hele wereld over varen.
De meeste weerstations staan aan land, maar er zijn ook enkele duizenden metingen van schepen. In totaal zijn er tienduizenden weerstations die gegevens leveren voor onze weervoorspelling. Bron: ECMWF
Naast zicht is wind en golfhoogte op zee ook belangrijk. (Archieffoto)
Drijvende weerstations: boeien
Als aanvulling op metingen van schepen en platforms zijn er ook nog boeien waarmee we midden op zee ook het weer meten. In totaal zijn er ruim 1000 boeien. Sommige boeien kunnen vrij op zee ronddrijven, terwijl andere boeien met een anker vastliggen. Omdat de oceaan op sommige plaatsen wel ruim 5000 meter diep is, heb je ook een heel lang anker nodig. Rond de evenaar zie je in de stille oceaan ook rijtjes boeien. Deze boeien meten ook de temperatuur van het zeewater, zo kunnen we ook met de gegevens van boeien meten of we een El Niño of een La Niña hebben.
Zo ziet een weerstation op een boei eruit. Weerboeien kunnen wel 10 meter hoog en 10 meter breed zijn. Bron: Publiek Domein
Dit zijn alle boeien die in 2021 voor de berekeningen van het Europese weermodel werden gebruikt. In totaal waren dat 1157 boeien. Bron: ECMWF.
