Het is al heel gewoon, een weersverwachting voor een week of zelfs veertien dagen vooruit. Vaak wordt al aan het begin van de week gekeken hoe het weer het komende weekend gaat worden. Kunnen we barbecueën, naar het strand, in de tuin werken? Hoe ziet het weer op onze vakantie eruit? Ook de weermannen en vrouwen op de TV kijken vrijwel allemaal aan het einde van hun verhaal een paar dagen vooruit.
De weermodellen van tegenwoordig bieden die mogelijkheid. Op buienradar zijn deze verwachtingen hier te vinden! Op deze pagina staan de 14-daagse grafieken met rode, blauwe en een heleboel groene lijntjes, de zogenaamde pluim. Op het eerste gezicht een warboel, zeker niet iets waar je wat mee kunt, maar de schijn bedriegt. In tegenstelling tot de meerdaagse verwachting in cijfers kun je met de pluim eigenlijk veel beter iets te weten komen over het weer op wat langere termijn.
Waarom de pluim en wat kunnen we ermee? Binnen de meteorologie zijn er in grote lijnen twee soorten modellen. Weermodellen voor de korte termijn tot maximaal twee dagen vooruit en de weermodellen voor 10 tot 14 dagen vooruit. De modellen voor de korte termijn worden op het KNMI en de meeste andere nationale weerdiensten vier keer per dag gedraaid. Iedere zes uur krijgt de meteoroloog nieuwe modeluitkomsten. De weermodellen voor de langere termijn worden hooguit tweemaal per dag gedraaid. Het KNMI gebruikt de lange termijn verwachtingen van het Europees centrum voor midden lange termijn verwachtingen (ECMWF) Ook liggen de roosterpunten ( punten waarop het model rekent) van de modellen voor de lange termijn verder uit elkaar waardoor minder details zichtbaar worden. Bij het weermodel Harmonie dat door het KNMI gebruikt wordt liggen de roosterpunten 2,5 km uit elkaar, bij het ECMWF model is dat ongeveer 15 km. Voor een verwachting van twee dagen vooruit moet de weercomputer een gebied doorrekenen dat zo groot is dat ook hele snelle weersystemen nog meegenomen kunnen worden. Voor een tweedaagse verwachting is dat ongeveer een gebied van circa 3000 km rond Nederland. Het grijze gebied van de figuur hieronder.
Het kleine rode gebied is genoeg voor een heel gedetailleerde verwachting voor een paar uur vooruit. Voor een lange termijnverwachting moet de weercomputer de hele aardbol doorrekenen. Voor een weermodel is het van het grootste belang dat de begintoestand zo goed mogelijk is. Zitten er fouten in die begintoestand dan zal ook de uitkomst nooit helemaal goed kunnen zijn. Dit geldt voor alle modellen, alleen voor de modellen die een verwachting voor de lange termijn maken zijn de gevolgen veel groter. Voor een correcte begintoestand zijn waarnemingen erg belangrijk. Hoe meer waarnemingen, hoe nauwkeuriger de begintoestand. Op het noordelijk halfrond is die waarneemdichtheid veel groter dan op het zuidelijk halfrond, zie de figuur hieronder.
Hierdoor worden onnauwkeurigheden in de beginsituatie niet gecorrigeerd. Een kleine verstoring die niet gemeten wordt kan uitgroeien tot een weersysteem dat na een week ook het weer bij ons kan beïnvloeden. Deze verstoring zit dan niet goed in het model en de uitkomst wordt daardoor sterk beïnvloed. Hierdoor is moeilijk aan te geven hoe betrouwbaar die tiendaagse verwachting is. Om toch iets hierover te kunnen zeggen wordt het volgende gedaan: Het model wordt 50 maal opnieuw gedraaid, maar iedere keer met een kleine verstoring van de begintoestand. Overigens gebeurt het rekenen op de dubbele roosterpuntafstand om rekentijd te besparen! Er komen dus 50 nieuwe uitkomsten. Liggen die allemaal dicht bij elkaar dan is de betrouwbaarheid van de verwachting vrij groot. Liggen ze erg ver uit elkaar dan is de betrouwbaarheid laag. Al die oplossingen lijken soms op een rookpluim die uit een schoorsteen komt, vandaar de naam “pluim” De rode lijn is de 'operationele' uitkomst, de blauwe lijn is de uitkomst van de berekening met de dubbele roosterpuntafstand en de groene lijnen zijn de 50 uitkomsten waarbij steeds iets in het begin is veranderd. De meerdaagse cijferverwachting is dus de vertaling van de “rode” lijn in een cijfer. Als we kijken naar de vijfdaagse cijferverwachting op buienradar.nl dan is het verstandig om daarna even naar beneden te scrollen naar de 14 daagse temperatuur pluim. Liggen de “groene” lijnen dicht bij de “ rode” dan is de cijferverwachting behoorlijk betrouwbaar, anders moet rekening worden gehouden met een soms flinke afwijking naar boven of beneden. In de pluim hieronder staat de pluim van 7 februari 2014.
Goed te zien is dat de eerste dagen de lijnen dicht bij elkaar liggen. Op woensdag 12 en vrijdag 14 febr. komt de rode lijn boven alle groene. Er is een grote kans dat op die dagen de gemeten temperatuur lager zal zijn dan de rode lijn aangeeft. Op deze manier kunnen we ook naar de neerslagverwachting kijken. Geeft de rode lijn geen neerslag aan (hij staat op 0), maar zijn er veel groene lijntjes die dat wel doen dan is er een behoorlijke kans dat het die dag toch regent. Bij de verwachtingen op de lange termijn moeten we er wel rekening mee houden dat in onze omgeving na de vijfde dag de betrouwbaarheid afneemt. We hebben een erg wisselvallig klimaat. Een verwachting voor vier dagen vooruit is daarom altijd beter dan die voor acht dagen. Landen als Turkije en Spanje hebben een veel stabieler klimaat. Daar is, zeker in de zomer, de tiendaagse verwachting ook na dag vier vaak betrouwbaar.
In samenwerking met Kees Dekker.