Vanochtend vroeg was het op veel plekken nevelig of zelfs mistig. Dat leverde gelukkig weinig overlast op, maar wel heel mooie plaatjes. De herfst is een seizoen waarin mist vaak voor komt, dus we gaan het de komende maanden ongetwijfeld weer vaker meemaken. Maar hoe ontstaat die mist nou? En hoe zat het met mist in het verkeer?
Eerst een paar plaatjes
Zonsopkomsten boven mistige landschappen leveren ideale condities op voor fotografische hoogstandjes. Vanochtend kregen we dan ook weer een boel fantastische foto’s binnen, we zetten er een paar op een rij voordat we dieper op het fenomeen mist ingaan.
Een prachtig droneshot van de zonsopkomst, je ziet hoe de mist aan de rechterkant van de foto dichter en dikker is.
Hier en daar was de mist wat dikker dan een enkele mistbank.
Nog een prachtig shot van een zee van mist.
Superlage wolk
Eigenlijk is mist gewoon een wolk, het bestaat uit waterdruppeltjes. In tegenstelling tot een ‘gewone’ wolk, vormt mist zich echter vanaf de grond. De lucht in de buurt van de grond koelt het snelst af tijdens heldere nachten. Daardoor kan die luchtlaag niet meer al het vocht als waterdamp bevatten en ontstaan druppeltjes die een mistbank vormen. Vannacht waren de omstandigheden goed voor de vorming van mist op plekken waar het flink afkoelde, met name in het oosten, noorden en midden van het land. Het ging in deze gevallen om stralingsmist.
Het aardoppervlak koelt af, daardoor groeit mist van onder naar boven.
Stralingsmist
Straling associëren we vaak met de zon, of met nucleaire processen. Straling is echter een veel vaker voorkomend iets, sterker nog, alle objecten zenden straling uit. De grond van de aarde doet dat ook, langgolvige straling om precies te zijn. Hoe warmer een object, hoe meer straling het uitstraalt. ’s Nachts is er natuurlijk geen zon om de grond op te warmen, als het dan helder wordt zendt de bodem zoveel straling uit dat afkoeling plaatsvindt. Een koudere bodem beïnvloed vervolgens de lucht vlak daarboven, die op haar beurt ook gaat afkoelen.
Deze afkoeling door uitstraling is een belangrijk ingrediënt in de cocktail die uiteindelijk tot mist gaat leiden. Een tweede factor is echter de hoeveelheid waterdamp die de lucht bevat. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Is er sprake van een vochtige luchtlaag die vrij warm is, dan kan je er dus vanuit gaan dat er veel waterdamp in de lucht hangt. Koelt die luchtlaag vervolgens af, dan kan het niet meer alle waterdamp bevatten en vindt condensatie plaats. Dit proces vormt kleine waterdruppeltjes die zo licht zijn dat ze blijven zweven: mist is gevormd.
Uitbreiden van mist
De mistbank ontstaat dus vanaf de grond en blijft daar soms ook in de buurt. Dan hebben we het over grondmist, of koeienpotenmist. Deze dunne mistflarden zie je vaak boven weilanden hangen, dat komt omdat weilanden relatief snel kunnen afkoelen ’s nachts. Een straat in een stad bijvoorbeeld, houdt warmte wat beter vast waardoor mist daar moeilijk vormt. Als er een beetje wind staat wordt de afgekoelde luchtlaag vlak boven de grond gemengd met de lucht erboven en dan kan de mistbank dikker worden en naar boven toe groeien. Teveel wind is overigens niet goed, dan kan het oppervlakte niet genoeg afkoelen om überhaupt grondmist te laten ontstaan.
Op dit shot is mooi te zien dat het in de stad te warm is voor mist, terwijl boven de weilanden om Doetinchem heen wel mistbanken hangen.
Als … voor de zon
Gaat de zon de volgende ochtend weer schijnen, dan is het vaak snel gedaan met de mist. De zon verwarmt de bodem en luchtlaag weer, waardoor de lucht meer waterdamp kan bevatten. Na een tijdje is de lucht warm genoeg om al het aanwezige vocht in de vorm van damp te houden, de mist stijgt dan langzaam op en verdwijnt. In de winter wil het nog wel eens gebeuren dat de mist overgaat in lage bewolking, de zon is dan niet krachtig genoeg om alles te laten oplossen. Dat gebeurt zeker aan het begin van de herfst niet vaak omdat de zon nog een behoorlijk aantal uren schijnt en wat kracht in zich heeft. Richting december is de zon een stuk zwakker en zie je vaker situaties dat mist lang (soms de hele dag) blijft hangen.
Mist in het verkeer
Slecht zicht is een gevaarlijke factor in het verkeer en zeker iets om rekening mee te houden. Auto’s hebben niet voor niets mistlampen. Maar vaak is er wel verwarring over het gebruik van die lampen, hier een korte samenvatting.
De mistlampen aan de voorkant van de auto mogen bij een te slecht zicht door mist, regen of sneeuw aangezet worden. Er is geen "harde" grens voor wanneer je wel of niet deze lampen mag gebruiken, maar meestal wordt een zicht van minder dan 200 meter aangehouden. Bij de mistlichten aan achterkant van je voertuig is dit een ander verhaal: daar geldt wel een duidelijke grens voor. Alleen bij een zicht van minder dan 50 meter tijdens sneeuwval of mist (geen regen, dus!) mogen de mistachterlichten aangezet worden. Het is uiteraard moeilijk om te bepalen of het zicht ook echt minder dan 50 meter is, maar de tip is dan om herkenningspunten te gebruiken zoals hectometerpaaltjes (100 meter uit elkaar) of lantaarnpalen naast de weg. Is het zicht beter dan 50 meter, dan kan een mistachterlicht hinderlijk zijn voor andere weggebruikers, of verwart men het met je remlicht, dus wees alert en gebruik je verlichting op de juiste manier.
Bij een zicht van minder dan 50 meter mag je je mistlampen achter aanzetten.
Komende nacht weer mist
Ook vannacht is er weer kans op stralingsmist. Zo uitgebreid als afgelopen nacht lijkt het niet te worden, er staat namelijk iets meer wind, waardoor de afkoeling niet overal hard genoeg zal gaan om stralingsmist te vormen. In het noorden en oosten wordt het waarschijnlijk wel koud genoeg, op veel plekken zal koeienpotenmist ontstaan en her en der zal het ook wel tot wat dikkere mistbanken komen. Morgenochtend is het echter weer snel gedaan met de slechte zichten, de zon schijnt dan flink en laat de mist ’s ochtends vlot oplossen.