Vandaag zagen we al een aantal dingen veranderen. Er schoof sluierbewolking en middelhoge bewolking binnen. Daarnaast nam de wind ook toe. Zonder Buienradar ook maar te checken zou je nu al een vermoeden kunnen hebben dat er een dooiaanval aan komt. Die dooiaanval gaat echter wat trager door een 'plaklaag'. In deze blog leg ik uit hoe je het warmtefront aan kan zien komen, en ik vertel wat een plaklaag is.
Dooiaanval
Een dooiaanval, waarbij warme lucht de kou verdrijft, gaat zelden zonder slag of stoot. Vaak gaat het gepaard met een warmtefront. Dit warmtefront liet zich vandaag al door een paar hints aankondigen.
Hint 1: bewolking
Bij een warmtefront neemt de bewolking langzaam toe. Voor het warmtefront hebben we blauwe lucht, maar dan verschijnt er sluierbewolking. Deze sluierbewolking wordt langzaam dikker zodat de lucht een beetje melkachtig wit wordt, waar een waterig zonnetje doorheen prikt. Deze bewolking noemen we cirrostratus. Vervolgens wordt die bewolking nog dikker, zodat de lucht egaal grijs wordt. Zo’n lucht noemen we altostratus. Hieronder zie je hoe bij een warmtefront de lucht geleidelijk bewolkt raakt. Kijk maar eens op een dag wat vaker naar de wolken, en probeer een geleidelijke verandering te ontdekken.
Van links naar rechts neemt de bewolking steeds verder toe. Dit laat zien dat een warmtefront dichterbij komt.
Die toenemende bewolking komt doordat bij een warmtefront altijd als eerste warme en vochtige lucht in hogere luchtlagen binnenstroomt. Die vochtige lucht resulteert in bewolking, naarmate er meer vochtige en warme lucht binnenstroomt wordt de laag bewolking dikker.
Dit warmtefront beweegt naar rechts, van Londen naar Berlijn. Als eerste stroomt de warme lucht in hogere luchtlagen binnen, pas veel later wordt het aan de grond warmer.
Hint 2: wind
De wind nam vandaag ook steeds verder toe. Een toename van wind gaat meestal vooraf aan een lagedrukgebied dat dichterbij komt. Dit is samen met de bewolking opnieuw een hint dat een warmtefront op komst is. Ondanks het binnenstromen van warme lucht in hogere luchtlagen, maakte de wind het voor ons gevoel alleen maar kouder.
Plaklaag
In de winter heeft een warmtefront echter vaak te maken met obstakels. Zo’n obstakel noemen meteorologen een ‘plaklaag’. Dit is een laag koude lucht die ‘blijft plakken’. Koude lucht heeft een hogere dichtheid dan warme lucht (koude lucht is zwaarder). Ik vergelijk het met stroop of vet proberen weg te spoelen met water. Je kunt er water overheen laten stromen, maar door het verschil in dichtheid gaat het stroop of vet maar niet weg. Pas als je zelf stevig begint te boenen krijg je het weg.
Bij een warmtefront kan de warme lucht net zo over de koude plaklaag heen stromen, zonder de plaklaag echt weg te krijgen. Zeker als er een zuidelijke stroming is en heel Frankrijk en België na een koude nacht ook te maken hebben met een koude plaklaag, kan het bij ons lang koud blijven. Het hele landoppervlak van Frankrijk en België werkt dan als schuurpapier. Alle heuvels, bomen, huizen en andere obstakels zorgen ervoor dat de koude plaklaag extra blijft plakken. Op een platte en vlakke Noordzee zou een koude plaklaag bijvoorbeeld een stuk sneller ‘wegspoelen’ en verdwijnen.
De plaklaag morgen
Morgen hebben we te maken met een dooiaanval, waarbij de koude plaklaag wel 24 uur lang ervoor kan zorgen dat het aan de grond kouder blijft. De lucht op 500 meter hoogte begon zaterdagmiddag namelijk al op te warmen, terwijl het pas zondagmiddag aan de grond echt warmer wordt.
Hieronder zie je gegevens van een weermodel van vandaag 10:00, morgen 06:00 en morgen 19:00. Je ziet dat de hele luchtlaag warmer is geworden, behalve de onderste 500 meter. De onderste 500 meter warmt amper op. Pas zondagmiddag wordt het daar warmer, en je ziet dat om 19:00 het daar ineens 5 graden warmer is geworden.
Gegevens Arome (06z). Locatie Drenthe.
Kans op verraderlijke gladheid
Op zondagochtend kan er in het westen en noorden bij deze dooiaanval ook een beetje lichte regen vallen. In de koude plaklaag kan het echter plaatselijk nog vriezen. Hierdoor zou er, vooral in het noorden en noordoosten, plaatselijk sprake kunnen zijn van ijzel. Het is onzeker of er ook ijzel op grote schaal mogelijk is. Mocht er meer regen vallen of mocht de grond wat kouder zijn dan verwacht, dan kan het op veel meer plaatsen glad worden. Houd hiervoor Buienradar goed in de gaten. In de middag is het vrijwel droog, maar een stevige wind maakt het voor het gevoel wel behoorlijk koud. De zachte lucht komt pas in de loop van de middag en avond.
Voor de noordelijke helft van Nederland wordt zondagochtend gewaarschuwd voor plaatselijk verraderlijke gladheid door ijzel.