Afgelopen weekend hebben passagiers van een vlucht van Ethiad doodsangsten doorstaan. Door extreme turbulentie schudde het vliegtuig zo hard heen en weer dat 31 inzittenden gewond raakten. Niets voor niets wordt je aangeraden om tijdens het vliegen je gordel om te houden. Ook als het "rode lampje" uit staat.
Turbulentie
Tijdens het vliegen kan het vliegtuig soms hevig op en neer bewegen. Dat noemen we turbulentie. Het lijkt vaak net of je honderden meters op en neer zakt, maar in werkelijkheid is het nooit meer dan 30 meter. De lucht stroomt niet netjes in laagjes parallel aan de aarde, maar beweegt onregelmatig in soort golven of wervels. Aan de grond merken we dat soms als windstoten en in het vliegtuig als turbulentie.
Die golven of wervels kunnen enkele millimeters tot honderden meters groot zijn. Ook snelheid waarmee die wervels rondraaien en de richtingen waarin ze draaien verschillen. Er zijn 3 verschillende manieren waarop turbulentie kan ontstaan.
Thermische turbulentie
Turbulentie kan ontstaan door het opwarmen van het aardoppervlakte door de zon. De lucht boven de aarde wordt ook warmer en stijgt op. Tijdens het stijgen koelt de lucht iets af en ontstaan er wolken. De lucht (en dus ook de wolk) blijft net zo lang stijgen tot het dezelfde temperatuur als de omgeving heeft. Dit soort turbulentie merk je heel goed als je bijvoorbeeld boven de Amazone vliegt of als je door wolken vliegt.
Mechanische turbulentie
Deze soort turbulentie wordt veroorzaak door grote objecten op het aardoppervlakte, zoals gebouwen of bergen. Lucht kan niet door bergen of gebouwen heen blazen, maar wordt gedwongen te stijgen, dalen of er langs te gaan. Deze turbulentie is voor een piloot makkelijk te verwachten.
Schuifspanning turbulentie
Dit zijn wervelingen die ontstaan door luchtmassa’s die verschillende kanten op gaan. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij fronten. Bij een warmtefront schuift warme lucht geleidelijk over koude lucht heen en veroorzaakt dus stijgende bewegingen. Bij een koufront schuift koude lucht vrij snel en abrupt onder warme lucht door. Dat gaat gepaard met sterk opstijgende lucht voor het koufront uit en vooral dalende luchtbewegingen na het passeren van het koufront. De ernst van deze turbulentie is moeilijker in te schatten.
Straalstroom
Wind werkt de luchtvaart niet alleen tegen. Je kan er ook veel profijt van hebben. Op hoogte bevindt zich de straalstroom, een soort rivier van harde wind. Er kunnen windsnelheden voorkomen van 100 tot bijna 400 kilometer per uur. Piloten proberen vaak mee te liften op deze straalstroom, zodat je eerder op de plek van bestemming bent. Dat kan op een lange vlucht veel tijd en brandstof besparen.
De straalstroom is te herkennen aan de cirrus bewolking die helemaal wordt uitgerekt door de harde wind. Foto: Science Photo Library
De straalstroom is al in 1926 aangetoond door de Japanse weerkundige Oishi Wasaburo, maar hij publiceerde er over in Esperanto. Daardoor bleef het voor de wereld lang onopgemerkt. In 1939 kwam de Duitse meteoroloog Heinrich Seilkopf met de naam Strahlströmung. Het windfenomeen werd pas echt goed begrepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vliegtuigen moesten over oceanen zeer lange afstanden afleggen en bereikten soms door brandstofgebrek hun bestemmingen niet of kwamen juist eerder aan. Tegenwoordig weten we vrij nauwkeurig waar de straalstroom zich bevindt en proberen piloten bij tegenwind de straalstroom te vermijden of juist te gebruiken als wind mee.
Bekijk de uitleg van onze weervrouw Amara Onwuka:
https://www.youtube.com/watch?v=P2tlBudJjhQ