Vandaag is de laatste dag van het groeiseizoen. Tijd om de balans op te maken wat betreft het neerslagtekort.
Neerslagtekort?
Het neerslagtekort is het verschil tussen de hoeveelheid neerslag die is gevallen en de verdamping door planten. Het zogenoemde gewasverdamping. Tijdens de groeimaanden van 1 april tot en met 30 september, valt er relatief het minste neerslag terwijl de verdamping het grootst is. In de winter verdampt er bijna geen vocht uit de planten, dus daarom worden alleen de maanden april tot en met september in de berekening meegenomen. Elk jaar bouwt de zomer overigens een tekort op, dat dan weer gecompenseerd wordt in de herfst en winter. Het is dus niet iets nieuws. Wel zien we dat we de laatste jaren steeds vaker te maken krijgen met te droge zomers.
Dalend grondwaterpeil door gewasverdamping
Hoe wordt het neerslagtekort bepaald?
Dagelijks meet het KNMI de hoeveelheid neerslag en de verdamping op 13 stations verspreid over het land. Om het goed onderling te vergelijken, wordt de verdamping altijd gemeten boven een grasveld. Dit noemen ze de referentiegewasverdamping. Met de verdamping- en neerslaggegevens maakt het KNMI een kaartje met het neerslagtekort en -overschot in het hele land. Dat noemen ze het doorlopend potentieel neerslagoverschot. Een negatief getal op het doorlopend potentieel neerslagoverschot betekent te weinig neerslag (tekort) en een positief getal duidt aan dat er meer regen (overschot) is gevallen dan de planten gebruiken.
Droge landbouwgronden. Foto: Ton Wesselius
Record
Ondanks dat dit jaar (vanaf april) lange tijd recorddroog leek te worden, is gelukkig die curve een beetje gedaald. Gemiddeld is er in Nederland eind september net iets minder dan 100 mm te weinig gevallen. 2020 is met 208 mm neerslagtekort wel beduidend droger dan zou mogen. Zelfs met de regen die eind september viel, was het tekort nog niet gecompenseerd. De zomers van 2018 was erg droog met 309 mm tekort, maar het record stamt uit 1976. Toen viel 361 mm te weinig neerslag!
neerslagtekort 2020. bron: KNMI
