De kerstdagen komen er aan! Voordat het Kerst is, moeten we ons nog wel even door de beruchte donkere dagen vóór Kerst heen bijten. Zeker met bewolking hebben we de verlichting hard nodig. De kortste dag valt 21 december, het begin van de astronomische winter. Toch is er een lichtpuntje: het wordt 9 dagen daarvoor ‘s middags alweer later donker!
Dat klinkt raar. De kortste dag van het jaar valt rond 21 december, op het moment dat het noordelijk halfrond het meest van de zon is afgekeerd. Op de noordpool is dan permanent donker, hoe verder naar het zuiden, hoe langer de daglicht periode. Dat betekent dat er ook een verschil is tussen Noord- en Zuid-Nederland. In Maastricht hebben ze hartje winter een half uur extra daglicht ten opzichte van de Wadden! In de zomer is dat omgekeerd en is het een half uurtje korter licht in Maastricht dan op Terschelling.
Na 21 december neemt de daglengte weer toe. De dagen voor kerst zijn dus de meest donkere dagen van het jaar. Maar dat wil niet zeggen dat automatisch de zonsopkomst en zonsondergang mee verschuiven. Het wordt namelijk vanaf 13 december in de middag alweer langer licht! Dat komt omdat er twee effecten de tijd van zonsopkomst en zonsondergang bepalen:
- de stand van de aarde ten opzichte van de zon (met op 21 december de kortste dag)
- het moment waarop de zon op zijn hoogste punt van de dag pal in het zuiden staat.
De crux zit hem in het tweede aspect. Het moment van de hoogste zonnestand wiebelt een beetje. Als dat iets later op de dag valt, dan verschuift ook zonsopkomst en zonsondergang mee.
Maurice Middendorp legt het uit: