Over een kleine week, op 1 december begint de meteorologische winter. Daarmee zijn we ook op de helft van het stormseizoen, dat de meteorologische herfst en winter beslaat. Maar er is tot nu toe is er geen enkele grote herfststorm over het land getrokken. De lijst met stormnamen is nog ongebruikt, wat betekent dat ook Ierland en Groot-Brittannië nog geen grote storm hebben gehad. De afgelopen jaren gebeurt het vaker dat het niet stormt in de herfst. Wat is er toch aan de hand?
De herfst is bijna voorbij. Althans, voor meteorologen. De meteorologische winter begint op 1 december en duurt tot en met februari. Meteorologen verdelen het jaar in 4 meteorologische seizoenen van elk 3 maanden. Dat is afgesproken om de weersverwachting makkelijker te maken en om het vergelijken van seizoenen over verschillende jaren consistent te houden. De astronomische winter begint pas rond 21 december, als de zon het zuidelijkste punt ten opzichte van de evenaar bereikt. Dat is dus wanneer op het noordelijk halfrond de kortste dag valt.
Wanneer spreken we van een storm?
Voor een officiële storm geldt dat op een van de meetstations in Nederland er tenminste één uur lang windkracht 9 staat. Dat gebeurt meestal aan zee, omdat de meeste stormen uit westelijke richtingen komen en er boven zee niets is om de wind te remmen. Boven land zorgen bossen, gebouwen en heuvels ervoor dat de wind wordt afgezwakt. Bij windkracht 10 is er sprake van zware storm en bij windkracht 11 van zeer zware storm.
Maar deze herfst hebben we dus nog helemaal geen storm gehad. De lijst met stormnamen die het KNMI samen met de Britse en Ierse weerdienst opstelt, is nog ongebruikt. De eerste naam, Antoni, verwijst naar Antoni van Leeuwenhoek, een Nederlandse wetenschapper die onder meer de microscoop uitvond.
Met een blik op de weerkaarten kunnen we concluderen dat er tot 1 december ook geen kans op storm meer is. Alleen op zondag is er wat meer wind, maar zeker geen stormkracht. Wel wordt het wat kouder vanaf het komende weekend.
Een herfst zonder noemenswaardige storm komt de laatste jaren vaker voor. Gemiddeld hebben we eens in de 6 jaar een herfst zonder storm. Maar de laatste jaren is het wel heel rustig in de herfst. Stormen ontstaan onder de straalstroom. Een zeer krachtige wind op ongeveer 10 kilometer hoogte. Die straalstroom wordt krachtiger naarmate het temperatuurverschil tussen de Noordpool en de Evenaar groter is. In de herfst is het temperatuurverschil het grootst, omdat de Noordpool dan sterk afkoelt, terwijl het rond de Evenaar nog lang warm blijft. Als die krachtige straalstroom gunstig boven een lagedrukgebied komt te liggen, dan kan zo'n lagedrukgebied uitgroeien tot een storm.
Maar onder invloed van de klimaatverandering wordt het temperatuurverschil tussen de Noordpool en de Evenaar kleiner. De theorie is dat de straalstroom daardoor voor langere periodes minder krachtig wordt en de kans op stormen afneemt. Die theorie wordt nog wetenschappelijk onderzocht, dus het verband is nog niet met 100% zekerheid te leggen. Hoe dan ook, we zijn dus op de helft van het stormseizoen, dus de kans dat we in de winter nog één of meerdere stormen krijgen, is groot. Kijk maar naar afgelopen winter. In februari hadden we kort achter elkaar de stormen Corrie, Dudley, Eunice en Franklin. Die ontstonden allemaal onder een toen zeer sterke fase van de straalstroom. Vooral Eunice zullen we ons herinneren als een storm die veel schade veroorzaakte.
Storm Eunice in Rotterdam, foto: Maddy Koster