De dagen worden alweer langer. In de ochtend wordt het sinds 30 december alweer steeds ietsje eerder licht, en de zon gaat zelfs sinds half december 's middags alweer later onder. Zeker op zo'n zonnige dag als vandaag is dat alweer goed te merken. Toch luidt de volkswijsheid 'Als de dagen lengen gaan de nachten strengen'. Maar klopt dat wel? En als dat klopt, hoe komt dat dan?
Vijlen, Marij Bouwers
Het lijkt zo tegenstrijdig. De zon schijnt langer en krijgt richting eind januari al voelbaar meer kracht. Kijk maar eens naar vandaag of afgelopen week hoeveel sneller sneeuw en ijs verdwijnen als de zon schijnt. Toch zijn volgens de klimatologie de maanden januari en februari de koudste wintermaanden.
Enkhuizen, Henk Groot
Dat komt doordat de aarde werkt als een soort reservoir voor de zonnewarmte. Gedurende de zomermaanden slaat de aarde de warmte op in de buitenste aardlagen. Doordat de dagen lang zijn en de zon veel kracht heeft krijgt de aarde heel veel energie binnen. En omdat de nachten kort zijn, is er te weinig tijd om ’s nachts al die warmte weer af te voeren. De buffer aan opgeslagen warmte die in de zomermaanden is opgebouwd, is de aarde dan ook niet zomaar kwijt. In de loop van de herfst en winter, als de dagen korter worden en de zon minder kracht krijgt, loopt dit warmtereservoir langzaam leeg.
Zwolle, Sandra Romijn
In januari en februari worden de dagen weer langer, maar de warmtebuffer van de aarde is dan vrijwel leeg. Daardoor heeft kou meer vat op de onderste luchtlagen van de atmosfeer. En de dagen mogen dan wel iets langer worden, de nachten zijn nog steeds vrij lang. Ook heeft de zon nog relatief weinig kracht. Het kantelpunt vindt plaats rond maart of april. De dagen zijn dan weer langer dan de nachten en dan heeft de zon weer genoeg kracht om de aarde langzaam maar zeker te voorzien van een warmtevoorraad.
De komende maanden profiteren we steeds sneller van steeds meer daglicht. Dezer dagen gaat dat al met bijna 3 minuten per dag, maar in maart komen er zelfs 4 minuten licht per dag bij. En dat elke dag! Per week is dat dus bijna een half uur meer daglicht.
Veelerveen, Lukas Boelen
Dat de dagen zo snel langer worden komt onder andere door de stand van de aarde ten opzichte van de zon. De aarde draait ietwat schuin om haar as ten opzicht van de baan die de aarde om de zon draait. In juni en december staat één van de polen van de aarde meer naar de zon toe gedraaid. Gedurende deze maanden verandert de positie van de gekantelde aarde ten opzichte van de zon nauwelijks. De hoek van de rotatie-as van de aarde met de zon is redelijk stabiel. In de zomer is de hoek klein, in de winter groot.
Anjum, Tim Zijlstra
Veranderingen in daglicht zijn er nauwelijks en de dagen blijven min of meer even lang. In het voorjaar en najaar verandert de hoek van de aardas met de zon juist snel. De snelste verandering vind plaats rond 21 maart en 23 september. Het gevolg is dat de daglichtperiode op aarde overal snel anders wordt. In Nederland kan de snelheid van het toenemen van licht in maart daardoor dus oplopen naar iets meer dan 4 minuten per dag! (en ja, begin september raken we ook 4 minuten licht per dag kwijt..)
Niet alleen de stand van de aarde ten opzichte van de zon bepaalt hoe licht het is. Eigenlijk is de hoeveelheid zon voor het gevoel van de daglichtperiode nog belangrijker. Op een zonnige dag hoeft het licht in huis pas later aan. Wat dat betreft is vandaag een dag om van te genieten; de zon schijnt volop, al is het wel aan de koude kant. Ook de komende dagen zitten we best goed. Morgen trekt er een storing met sneeuw grotendeels ten zuiden van ons langs. Dat betekent dat het midden van het land zon krijgt. In het uiterste zuiden kan een aantal centimeters sneeuw vallen, terwijl het noorden met wat winterse buien te maken krijgt. Op donderdag vallen er (winterse) buien met tussendoor ook zeker zon, en op vrijdag lijkt het grotendeels droog te zijn met een afwisseling van wolken en zon. In het weekend krijgen we te maken met een toenemende wind uit zuidwestelijke richtingen en daardoor wordt het weer zachter. En wat de volkswijsheid betreft; Zeker tot in het weekend hebben we te maken met nachtvorst, zeker in het binnenland. Mogelijk komt het in de nacht van donderdag op vrijdag op sommige plaatsen zelfs tot matige vorst.