Aan de hand van de signaalsterkte tussen zendmasten zijn onderzoekers van de WUR erin geslaagd om regenbuien nauwkeuriger te voorspellen. "Tijdens een hevige bui is het signaal tussen twee zendmasten slechter, want water absorbeert de radiogolven en verstoort je telefoonsignaal", legt onderzoeker Ruben Imhoff van de WUR uit.
Providers houden die gegevens bij. "Door te kijken naar die verstoring, kun je zien wat de intensiteit van de bui in een bepaald gebied is", vertelt hij aan EditieNL. "Na het bepalen van de regenintensiteit tussen alle zendmasten onderling, kun je een weersvoorspelling maken. Dat doen we met behulp van gegevens zoals windrichting."
Neerslagradar
Momenteel worden regenbuien voorspeld op basis van data van twee KNMI-neerslagradars in Nederland. Deze radarinstallaties sturen radiogolven uit. Op het moment dat ergens regen valt, botsen de golven tegen druppels aan. Ze worden dan teruggekaatst naar de radar. Op die manier meet de radar de locatie en intensiteit van een regenbui.
Buienradar kan aan de hand van de radarbeelden zien waar de buien naartoe trekken en waar dus regen gaat vallen. "Dat doen we met behulp van een computermodel", vertelt meteoroloog William Huizinga aan EditieNL. "Hoe groter de regendruppels, hoe beter ze zichtbaar zijn voor de radar. Met motregen en sneeuw heeft de radar meer moeite."
Een radarinstallatie van KNMI
Ook zware, plotselinge buien zijn lastig voor het radarsysteem. "Zo'n radar zendt elke vijf minuten een signaal uit. Het duurt altijd even voordat-ie de neerslag heeft gedetecteerd en dat zichtbaar is op scherm. Het kan dus zijn dat het al ergens regent, maar dat dat nog niet zichtbaar is op de radar."
Zendmasten sneller
Bij zendmasten gaat dat volgens onderzoeker Imhoff een stuk sneller. "Met zendmasten heb je een veel groter netwerk; er zijn duizenden masten in ons land. Je bent niet afhankelijk van twee radaropstellingen die elke vijf minuten een signaal uitzenden. Je hebt de data eerder en ziet dus eerder waar zo'n plotselinge bui zich bevindt."
De onderzoekers van de WUR pleiten er echter niet voor dat de radarinstallaties helemaal verdwijnen. "We zien het als aanvulling op de radarbeelden, om nauwkeurigere voorspellingen te doen. Niet als vervanging, want de KNMI-radars meten met een enorme precisie. Ook boven het IJsselmeer en de Noordzee, elke vijf minuten."
De zendmasten staan vooral in stedelijke gebied. "Op het platteland zijn ze er veel minder en dus is er ook minder nauwkeurige meting daar."