Actueel

Klimaatsignaal'21

In augustus 2021 verscheen het IPCC klimaatrapport, opgesteld door het klimaatpanel van de Verenigde Naties. In het verlengde hiervan en op basis van eigen onderzoek heeft het KNMI vandaag het Klimaatsignaal’21 gepubliceerd. Dit rapport is gericht op het weer en klimaat in Nederland en alle risico’s die bij de veranderingen hiervan komen kijken.

IPCC- en KNMI-rapporten
Het KNMI brengt om de circa zeven jaar nieuwe klimaatscenario’s uit. De volgende publicatie wordt medio 2023 verwacht. Met het Klimaatsignaal'21 geeft het KNMI een tussentijdse stand van zaken. Het Klimaatsignaal'21 is gebaseerd op het zesde rapport van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, dat in augustus is verschenen. Het IPCC heeft deze zomer vastgesteld dat de opwarming van de aarde door de mens is veroorzaakt. Ook concludeerde het klimaatpanel dat met de huidige uitstoot van broeikasgassen de atmosfeer over 10 jaar al zoveel broeikassen bevat dat de 1,5-graden-grens waarschijnlijk permanent overschreden wordt.

Klimaatscenario’s
Het KNMI maakt klimaatscenario's van een mogelijk toekomstig klimaat voor Nederland. De meest recente zijn de KNMI'14 scenario's. Klimaatscenario’s hebben meestal een tijdshorizon van 50 tot 100 jaar. Hierin verschillen ze van weersverwachtingen (tot 10 dagen vooruit) en seizoensverwachtingen (tot 100 dagen vooruit). Klimaatscenario’s doen alleen uitspraken over het gemiddelde weer en de kans op extreem weer op de langere termijn.

Gemiddeldes en extremen
Als gevolg van klimaatverandering verandert het gemiddelde klimaat, maar ook de kans op extremen. Bovendien kunnen extremen anders veranderen dan gemiddelden. De kans op extreme neerslag kan bijvoorbeeld toenemen, terwijl de gemiddelde neerslag afneemt. Scenario’s voor een toekomstig klimaat moeten dus informatie geven over zowel de gemiddelde verandering als de verandering in extremen. Medio 2023 verschijnen de nieuwste klimaatscenario’s voor het Nederlandse weer en klimaat. Voor het zover is geeft het KNMI met de publicatie van het Klimaatsignaal’21 een tussenstand af. Hieronder volgt een samenvatting.

Zeespiegelstijging
De toekomstscenario's laten een grotere zeespiegelstijging zien dan voorheen. Als we de uitstoot van broeikasgassen niet verminderen kan de zeespiegel voor de Nederlandse kust rond 2100 met 1,2 meter stijgen ten opzichte van begin deze eeuw. Als het smelten van de Antarctische IJskap op de Zuidpool versnelt, komt zelfs de 2 meter zeespiegelstijging in 2100 in zicht. In 2014 berekende het KNMI dat in 2100 de grens 1 meter zou zijn. De berekende zeespiegelstijging is nu dus naar boven bijgesteld.

Zeewering in Zeeland (foto: Ria Overbeeke)Zeewering in Zeeland (foto: Ria Overbeeke)

Op de lange termijn wordt het verschil in zeespiegelstijging tussen niets doen aan de uitstoot van broeikasgassen en het voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs zeer groot. In 2300 kan dit verschil al oplopen tot vele meters.

Extremere zomerbuien
Daarnaast blijkt uit het nieuwe onderzoek dat de zwaarste zomerbuien extremer worden, waarbij ook de kans op valwinden toeneemt. Naast de extreme buien kent de Nederlandse zomer ook een ander gezicht: dat van droogte. De kans op droge lentes en zomers is groter geworden. Uit onderzoek is gebleken dat de toename in droogte in het binnenland is toe te schrijven aan de toename in potentiële verdamping. De oorzaak hiervan ligt in de klimaatverandering. Het Nederlandse klimaat schuift steeds meer richting het klimaat van Zuid-Europa op.

Wateroverlast door zware buien in Chaam, 16 juni 2020 (foto: Wouter van Bernebeek)Wateroverlast door zware buien in Chaam, 16 juni 2020 (foto: Wouter van Bernebeek)

Langdurige droogte of hitte
De sterkere opwarming van het noordpoolgebied speelt mogelijk een rol in de grotere kans op langdurige droogte of hitte. We kunnen namelijk langer met hetzelfde weertype te maken krijgen doordat de straalstroom (baan met hoge windsnelheden op circa 10 kilometer hoogte) mogelijk zwakker wordt door een afname van het temperatuurverschil tussen pool en tropen. Hoe trager de straalstroom meandert, hoe groter de kans dat hetzelfde weerbeeld langer blijft bestaan.

Extreme droogte in de zomer van 2018 (foto: Jos Hebben)Extreme droogte in de zomer van 2018 (foto: Jos Hebben)

Stedelijk klimaat
Steden zijn meestal warmer dan de landelijke omgeving. Door de opwarming van de aarde wordt het ook in steden nog warmer. Daarnaast vormen extreme neerslag en droogte een steeds grotere uitdaging voor de stad.

Verstedelijkt gebied is meestal warmer dan de landelijke gebieden. (foto: Rob Kints, Den Haag)Verstedelijkt gebied is meestal warmer dan de landelijke gebieden. (foto: Rob Kints, Den Haag)

Rivieren
De klimaatmodellen berekenen een toename in neerslag in de winter in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. In de zomerperiode is juist een afname in neerslaghoeveelheid zichtbaar. Conclusie is dan ook dat 's zomers de kans op laagwater in de rivieren toeneemt, terwijl in de winter juist de kans op hoogwater toeneemt.

Hoge waterstand van de Mass in februari eerder dit jaar (foto: Jessie van Neer)Hoge waterstand van de Mass in februari eerder dit jaar (foto: Jessie van Neer)

Orkanen en stormen
Orkanen die bij Bonaire, St Eustatius en Saba (BES-eilanden) voorkomen, nemen in kracht toe. Daarmee neemt ook de gemiddelde hoeveelheid neerslag toe. Orkanen hebben niet alleen invloed op Caribisch Nederland, maar kunnen dat ook hebben op Europa. Restanten van tropische orkanen kunnen ook de Noordzee bereiken en gaan gepaard met veel wind en neerslag. Het aantal stormen op de Noordzee neemt overigens niet toe. Het nieuwe onderzoek laat geen toename zien van de windsterkte op de Noordzee en de daarmee gepaard gaande stormvloeden.

KNMI_Klimaatsignaal_infographic_NL.jpg

De uitgebreide versie van Klimaatsignaal’21 vind je hier.

Bron: KNMI


25-10-2021 om 15:00 door William Huizinga

Een moment geduld aub...
Een moment geduld aub...